EN

You are leaving our website and will be forwarded to the international website for the Utrecht Region. Via this website, our Team International helps foreign businesses expand to Utrecht Region. By following this link you will be forwarded to this external website: https://invest.utrechtregion.com


Go to invest.utrechtregion.com
Home

Lerend Netwerk Utrecht Talent Alliantie

Hoewel de initiatieven inhoudelijk van elkaar verschillen, zijn er vaak ook overeenkomsten te ontdekken. Zo lopen deelnemende projecten vaak tegen dezelfde dingen aan. Om optimaal van elkaar te leren wordt een lerend netwerk opgericht. Daarbinnen leren initiatieven niet alleen binnen hun project maar ook van andere projecten. Dit proces wordt begeleid door de HU en Katapult.

Heb je ook een vraag of misschien juist informatie die anderen op weg helpt? Neem dan contact op te met Maurits Grievink van Katapult – m.grievink@ptvt.nl.

Q & A

Hieronder vind je allerlei informatie waar initiatieven hun voordeel mee kunnen doen, voortgekomen uit antwoorden op vragen van de initiatieven zelf. Door deze informatie steeds aan te vullen, ontstaat een dynamisch overzicht.

  • Waaruit bestaat de begeleiding binnen het lerend netwerk van UTA?

    Om je plan te laten slagen, is er vanuit de UTA begeleiding beschikbaar. Zo zijn er sparsessies, intervisie en komt er een vrij toegankelijke kennisbank.

    • Sparsessies
      Elk initiatief krijgt de mogelijkheid voor laagdrempelige sparsessies met het projectteam.
      Het team van sparringpartners wordt gaandeweg uitgebreid met mensen vanuit de diverse initiatieven. Zo wordt een lerend netwerk gevormd.
    • Intervisie
      Elke 6 weken steken de deelnemende initiatieven de koppen bij elkaar en wordt een ingebracht vraagstuk tegen het licht gehouden. Dit gebeurt volgens de beproefde methode van intervisie, waarbij deelnemers elkaar helpen door mogelijke oplossingsrichtingen aan te dragen.
    • Bijeenkomsten
      2x per jaar zijn er zogenaamde Meetups, waar steeds een thema wordt aangesneden vanuit verschillende invalshoeken.
    • Kennisbank
      Wanneer vraagstukken die in de sparsessies worden voorgelegd ook voor andere initiatieven meerwaarde hebben, worden deze opgenomen in een kennisbank. Hierin zijn verwijzingen naar verdiepende literatuur, goede voorbeelden en tips opgenomen. Ook wordt gewerkt aan een lijst met expertisegebieden binnen de aangesloten initiatieven.
  • Welke initiatieven zijn aangesloten bij de aan de UTA?

    De complete lijst vind je hier.

  • Welke inspirerende voorbeelden van LLO-aanbod zijn er?
    • Smart Makers Academy: Interessant initiatief om kennis en skills van werkenden up-to-date te houden. Hier vind je van alles op het gebied van Leven Lang ontwikkelen en kun je inspiratie opdoen over het in kleine delen aanbieden van kennis. Het Metrolijn-concept van ‘nano-leren’ maakt skills-ontwikkeling en leren niet alleen eenvoudig en overzichtelijk, maar vooral leuk! Een vakman gunt zichzelf vaak geen tijd om nieuwe kennis op te doen in langdurige opleidingstrajecten. En dat hoeft ook niet met dit unieke metrolijn-concept. De Smart Makers metro voert je langs diverse korte ‘nano’ stops waar je praktisch je kennis van digitale slimme technologie kunt vergroten.
    • Praktijkverklaringen: Praktijkverklaringen maken in de praktijk geleerde vaardigheden inzichtelijk, waardoor werkenden zonder startkwalificatie een betere kans hebben op de arbeidsmarkt. Zo worden mensen kwalitatief geschoolde, gecertificeerde en gemotiveerde medewerkers, die hiermee de waardering krijgen die ze verdienen. Meer info vind je hier.
      Verder een leuke podcast van een gedreven changemaker met focus op entree onderwijs. Hij vertelt hoe de praktijkverklaring leidt tot emancipatie van grote groepen werkenden op de arbeidsmarkt: Walk & Talk: De Rol Van De Change Agent in Walk & Talks Living Labs Sport en Bewegen (soundcloud.com)
  • Hoe kun je medewerkers motiveren voor leren en ontwikkelen?
    • Gebruik van persona’s

      De drijfveren van mensen om te leren en ontwikkelen kun je grofweg in 4 groepen onderverdelen. Aan elk van deze groepen is een naam gehangen, een zogenaamd persona.
      In de groene sector zijn deze persona’s al in gebruik, maar deze 4 types mensen zijn evengoed in andere sectoren te vinden. Ook is per type in kaart gebracht, welke leervormen bij die groep aanslaan. Meer info over de Groene Persona’s vind je hier.

  • Hoe kan ik het businessmodel van mijn initiatief in beeld brengen?
    • Hoe kan ik het businessmodel van mijn initiatief in beeld brengen?

      Hiervoor kun je verschillende tools gebruiken. Je kunt het Businessmodel Canvas gebruiken om je business case in één oog opslag te vangen. Het Waarde Propositie Canvas helpt je om je doelgroep in beeld te brengen en de toegevoegde waarde die je hen biedt. Om beter in beeld te krijgen hoe de samenwerking in een netwerk er uit ziet, kun je het beste de Purpose Case gebruiken.

    • Waarom zou je met een canvas werken in plaats van een platte tekst?

      Een canvas helpt je om een samenwerking visueel te maken, dit geeft overzicht. Ook wordt je gedwongen om op hoofdlijnen te werken en dus kort en bondig te zijn. Ten tweede brengt het samenhang. Je moet de onderdelen van een canvas samen invullen. Je ziet wat er verandert wanneer je één onderdeel aanpast. Als je bijvoorbeeld je doelgroep verandert, veranderen de onderdelen klantrelaties, waardepropositie en kanalen ook.
      Het is ook een manier om niet achter een computer te zitten, maar met je partners het gesprek te voeren. Je gaat echt samen vormgeven hoe een initiatief eruit ziet. Hierna kun je de tekst uitwerken.

    • Eigenlijk moet je een businessmodel aan de start van project invullen, hoe werkt het tussentijds?

      Als je het aan de start van een samenwerking gebruikt, gaat het met name over vertrouwen opbouwen. In een latere fase ken je elkaar al, dan gaat het meer over continuiteit en bestendigen van de bestaande samenwerking.
      Je wil dan scherp stellen hoe je samen het initiatief in de lucht houdt. Kijken met welke intenties partijen mee doen en wat de stip op de horizon is, zijn dan relevante vragen. Dit kan op dezelfde manier werken als aan de start.

    • Welke tips heb je voor werkvormen als je samen met canvas wil werken?

      Je kunt met post-its werken om bij iedereen breed input op te halen. Dit is vooral handig in de verkennende fase, wanneer je van elkaar wilt weten met welke intenties je aan tafel zit. Als mensen al lang met elkaar samen werken, kun je het anders inrichten. Dan zijn intenties al duidelijk en relaties gelegd. Je kunt dan een gezamenlijke brainstorm inrichten om ideeën over het vervolg vorm te geven.
      Met welk canvas je ook aan de slag gaat, houd oog voor de relatie. Je wilt door middel van een canvas een gezamenlijke taal creëren, waarmee je je initiatief benoemd.
      Voor een Business Model Canvas of Waarde Propositie Canvas kun je het canvas in één sessie invullen. Laat mensen eerst voor zichzelf opschrijven welk idee ze hebben bij een onderdeel en leg het vervolgens naast elkaar. Voer het gesprek over de verschillen en overeenkomsten.

    • Tips voor hoe je met elkaar de vraag ‘wat is onze droom?’ kunt beantwoorden?

      Vaak beantwoorden mensen deze vraag niet goed. Vaak worden hier andere vragen beantwoord, doelgroepen, intenties of ambities. Maar je wilt juist de vraag beantwoorden welke impact je samen wilt maken.

      Vaak vat het antwoord op de vraag ‘wat is onze droom’ de hele purpose case samen. Focus hierbij op iets waar mensen echt enthousiast van worden, of echt geraakt door worden. Een voorbeeld hiervan is de droom van het sport en beweeg initiatief Urban Sport Trainer in Amsterdam, daar kwam men tot de droom: ‘We move Amsterdam’. Het mag best een grote droom zijn, want bij gemeenschappelijke ambitie wordt dit geoperationaliseerd.

    • Hoe voer je het gesprek met mensen die je initiatief nog niet kennen?

      Het ligt er aan met wie je het gesprek voert. Kies onderwerpen (onderdelen uit je canvas) uit op basis van de leefwereld van je gesprekspartners. Wanneer je met iemand uit doelgroep praat, is dat anders dan met een potentiële samenwerkingspartner. En met iemand die je op een verjaardag uitlegt wat jullie doen zonder voorkennis, is het weer anders.
      Hoe je het gesprek insteekt, hangt ook af van de fase waar je in zit. Bijvoorbeeld als je in de opstartfase zit, waarbij je mensen mee probeert te krijgen. Dan wil je via cocreatie je gesprekspartner mee krijgen als mede initiatief nemer. Als je in de test en doorontwikkelfase zit, is het verhaal duidelijk en is het de vraag of mensen daaraan mee willen doen of niet.

  • Waar vind ik informatie/inspiratie omtrent leercultuur?
  • Hoe betrek ik het mkb?
  • Waar vind ik andere financieringsmogelijkheden?
  • Hoe wordt je je bewust van aannames die in een sector of opleiding diepgeworteld zijn?

    Je kunt aannames zichtbaar maken, ze liggen vaak onder uitspraken als ‘het mag niet’ of ‘ze willen het niet’. Om los te komen van de aannames focus je op het probleem, niet de oplossing of het resultaat. Door middel van Design Thinking kom je tot een aanpak die echt op het probleem aansluit, zonder dat hier assumpties tussen liggen.

  • Wat weten we over leren en ontwikkelen voor een beroep?

    De UTA initiatieven dragen bij aan de ontwikkeling van vakmensen: hen ondersteunen bij een leven lang ontwikkelen en bij het overstappen en het digitaal vaardig worden en blijven. Deze vakmensen leren voor een vak/beroep of ontwikkelen zich binnen een vak/beroep. Wat is er al bekend over (wat helpend is bij) het leren en ontwikkelen voor een vak/beroep?

    1. Leeromgevingen:

    We vinden elkaar in de uitdagingen die spelen wanneer we vorm geven aan leren en ontwikkelen. De praktijk vraagt om korte, snelle, laagdrempelige vormen van leren. Van belang vindt men ook dat het op of nabij de werkplek is en het liefst niet alleen maar achter je scherm, maar ook samen. Ook uit onderzoek blijkt dat het verbinden van leren en werken van belang is. Bij het ontwerpen van leeromgevingen kunnen de ontwerpperspectieven helpen: inhoudelijke, ruimtelijke, instrumentele, temporele en sociale elementen van de leeromgeving. Deze dragen er gezamenlijk toe bij dat lerenden zich kunnen ontwikkelen in de leeromgeving. Lees hier meer op de website van Canon beroepsonderwijs

    1. Begeleiden en beoordelen op de werkplek:

    Leren op de werkplek, als student of als professional, is waardevol. Ondanks dat een werkplek niet primair ontworpen is als een leeromgeving, biedt het veel mogelijkheden voor ontwikkeling. Begeleiden op de werkplek ondersteunt het leren. Lees hier meer over welke processen plaatsvinden en hoe deze processen eruit zien: https://www.onderwijskennis.nl/kennisbank/bewuste-en-doelgerichte-aanpak-in-het-begeleiden-op-de-werkplek

    Er is een samenspel tussen begeleiden en beoordelen van het leren, daarover lees je hier meer: https://www.onderwijskennis.nl/themas/begeleiden-en-beoordelen-van-studenten-op-de-werkplek

    1. Leerprocessen:

    Het zorgvuldig vorm geven aan een leeromgeving en daarbinnen de begeleiding en beoordeling, kan helpen om de gewenste interactie en daarmee de leer- en werkprocessen uit te lokken. Echter, het leren is niet maakbaar: of mensen daadwerkelijk leren is aan henzelf. Om het leren voor een vak/beroep beter te begrijpen, bieden drie begrippen houvast: context maken, betekenis geven en ingroeien. Daarover lees je hier meer: https://www.onderwijskennis.nl/themas/leren-voor-en-tijdens-het-beroep.

    Wanneer begeleiders zicht hebben op leerprocessen van lerenden, kunnen zij leren ook gerichter ontlokken door het ontwerp van de leeromgeving en de begeleiding daarbinnen. Wanneer je weet hoe leren verloopt, kan je je handelen meer geïnformeerd sturen.

     

  • Leestips